Musica Poëta
een ontdekkingstocht in de wereld van muziek en poëzie

Gedichten Coen Dirkx

In zicht

Het was begin oktober. Wind in de rug.
Op de dijk hield de zomer zich nog staande.
In een blauwe lucht met witte wolken baanden
ganzen zich naar de uiterwaarden terug.

De laatste appels in boomgaarden voorbij gaande
- het leven trekt zich steeds gerimpeld terug -
namen jij en ik het pontje, niet de brug.
Was het deze fietstocht die ons maande

ons verbonden te voelen in hart en hoofd?
Al fietsten we meestentijds achter elkaar,
onze liefde was nog lang niet uitgedoofd.

Ten slotte de wind tegen en door het haar
gaf deze dag mooi weer wat het had beloofd:
kwamen we - de stad in zicht - dicht bij mekaar.


Leef!                                                             [ Vrij naar gerrit kouwenaar - het is laat)]

Het is nu,
de tijd is zijn
verleden vergeten,
heeft nog geen weet
van morgen.
Telkens komt de dag tevoorschijn.

Nestel je op de bank,
demp het licht dat voorbijraast,.
Breek de stilte als een glas
en maak het moment memorabel.
Drink met volle teugen
de adem van vandaag en
vergeet vooral niet nu
te zijn.

Leef!



Ik loop in de voetstappen
van mijn vader als
ik mijn dochter
naar het station breng.

Tijd verglijdt in een zucht van
verlangen. De onschuld brokkelt langzaam af.
‘Wanneer zie ik je weer?’
Haar antwoord verdwijnt in de mist.

Als een oude maar gelukkige man
keer ik terug naar huis.



Als je goed luistert,
hoor je de verhalen
die met de wind meekomen,
Uit vele streken de
flarden van gesprekken,
gefluisterde liefkozingen,
vage beloftes.
Soms een oorvijg,
een angstschreeuw.

Waar de wind woont,
weet niemand en toch
kent iedereen hem,
is het een
vertrouwde vriend.

Waar de wind thuiskomt,
achter de horizon
is het altijd feest.

De wind kent geen grenzen.